Dagelijkse hoeveelheden volwassenen
De kleinste hoeveelheden zijn bedoeld voor vrouwen en de grootste hoeveelheden voor mannen.
Aangegeven per dag, mits anders vermeld.
|
19-50 jaar |
51-69 jaar |
70 jaar en ouder |
Brood
|
4-8 sneetjes
|
3-7 sneetjes
|
3-6 sneetjes
|
Smeer- en bereidingsvetten
|
|
|
|
Kaas |
2 plakken 40 g |
2 plakken 40 g |
2 plakken 40 g |
Graanproducten en aardappelen* |
4-5 aardappelen/ opscheplepels 240-300 g
|
3-4 aardappelen/ opscheplepels 180-240 g
|
3-4 aardappelen/ opscheplepels 180-240 g
|
Peulvruchten
|
2-3 opscheplepels per week |
2-3 opscheplepels per week |
2-3 opscheplepels per week |
Groente |
5 opscheplepels 250 g |
5 opscheplepels 250 g |
5 opscheplepels 250 g |
Vlees**
|
Max. 500 g per week |
Max. 500 g per week |
Max. 500 g per week |
Vis
|
1x per week |
1x per week |
1x per week |
Ei
|
2-3 per week |
2-3 per week |
2-3 per week |
Noten
|
25 gram |
15-25 gram |
15 gram |
Melk(producten)
|
2-3 porties
|
3-4 porties
|
4 porties
|
Fruit
|
2 stuks
|
2 stuks
|
2 stuks
|
Dranken (inclusief melk)
|
1½ -2 liter |
1½ -2 liter |
1-2 liter |
* Graanproducten: het advies is wekelijks minimaal de helft volkoren graanproducten te eten
** Vlees: het advies is niet meer dan vijf keer per week vlees te eten, waarvan maximaal drie keer rood vlees
Bron: Voedingscentrum